Er is een Limburgse connectie. Héél lang geleden vertok ene Fransiscus van Gansewinckel vanuit Mierlo richting Limburgs heuvellandschap. Hij was de laatste zoon van Arnoldus van Gansewinckel en Jenneke van Laerhoven. Fransiscus was 17 toen zijn vader stierf, en op 19-jarige leeftijd verloor hij ook z'n moeder. Onze Fransiscus had in Limburg een deurske gevonden. Zij heette Maria Barbara van den Berg, samen kregen zij 4 dochters en 3 zonen. Fransiscus stierf als herbergier op 15 april 1826, in Sittard. Zoon Johan Hubert deed aangifte.
Nog meer Limburgs volk. Gebortig van Swolgen (Zwollege), een gehucht gelegen tussen Horst en Broekhuizenvorst (ge fietst er wel 's neffe). Johanna van Beerendoncks, moeder van Anna Maria Verhaegen, en da's de overgrootmoeder van zopa Lau. Tis mar deggutwit, nie?
Johanna was dus van Zwollege. Ze woonde met haar man Hendricus Verhaegen in Venray. Dat was destijds Duitstalig gebied, en na je overlijden kreeg je dus geen overlijdensakte maar een Sterbe Urkunde. Venray hoorde namelijk bij kreis Cleve. Stukske geskiedenis.Van 1795 tot 1815 hoorde Venray bij het Franse departement Roer. Dit departement strekte zich uit langs de linker oever van de Rijn, van Keulen in het zuiden tot Cleve in het noorden. Aken was de hoofdstad. In 1815 werd Venray van de ten oosten van de Maas gelegen delen van Pruisisch Opper-Gelre afgescheiden, en toegevoegd aan de nieuwe gevormde provincie Limburg in het Koninkrijk der Nederlanden. De grens, die midden door het voormalige Opper-Gelre liep, werd gelegd op één kanonschot afstand van de Maas (800 Rijnlandse roeden, ongeveer 3 km). Dusszz. Ich sollte beinahe sagen: wovon urkunde.....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten