Onderwijs is belangrijk in dit leven. Eerder lieten de diploma's van Lau al zien dat dit dogma ook voor van Ganzewinkels geldt.
De opa van Lau (die Lau nooit heeft gekend, want bij zijn geboorte in 1901 was opa Hendrikus al 13 jaar dood) bemoeide zich in oktober 1883 met het onderwijs in Millus. Hendrikus ondertekende toen mede een brief waarin een
aantal Milheezenaren hun bezorgdheid uiten over het sluiten van de plaatselijke
lagere school, waardoor “hunne kinderen van het
ontvangen van onderwijs geheel en al zijn verstoken geworden dewijl het ter
schole zenden naar Bakel zijnde een groot half uur van hier zeer bezwaarlijk
valt”
(bron: de geschiedenis van Bakel en Milheeze. Transcriptie door dhr A. Vissers
uit Deurne). Uit het transcript valt op te maken dat ook Hendrikus de school in
Milheeze heeft bezocht. Kern van het betoog van de inwoners is dat argumenten
om de school te sluiten, zoals de staat van het gebouw en het gevaar voor de
gezondheid dat men zou lopen bij het schoolbezoek, 5 jaar daarvoor door
dezelfde autoriteiten niet zijn genoemd. Het antwoord van burgemeester en
wethouders van Bakel op 2 november 1883 is dat zij gehouden zijn aan het
oordeel van de Inspectie van Geneeskundig Staatstoezicht. De lagere school in
Milheeze is en blijft gesloten, maar er wordt wel een verzoek tot subsidie
gedaan aan ‘s Rijks kas voor de bouw van een nieuwe school.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten