zondag 29 oktober 2017

De Dienst...een heuse 007 ?

De derde van Gansewinkel die in de eerste wereldoorlog in het Belgische leger diende was Arnoldus Isidorus Julianus, geboren op 8 augustus 1885 in Retie, zoon van Aloysius Josephus van Gansewinkel en Anna Elisabeth Mertens.


Uittreksel geboorteregister Arnoldus Isidorus Julianus [1].

Arnold meldde zich als (ongehuwde) oorlogsvrijwilliger aan en werd als soldaat-chauffeur 2e klas op 1 augustus 1914 ingelijfd bij de gemotoriseerde colonne van 2 D.A. (Divisie - Division d'Armée) [1]. Deze divisie was in de verdediging van de vesting Antwerpen (Position fortifiée d'Anvers” of “PFA”)  geposteerd op de oostflank, op 9 september ter hoogte van de rivier de Demer in de omgeving van Aarschot. Op 15 september trok het Belgische leger zich verder terug in de richting van Antwerpen en was de 2e divisie ten oosten van Lier te vinden [2].


Troepenbewegingen Belgische leger tussen 9 en 15 september 1914 [2].


Waarschijnlijk week Arnold, net zoals vele Belgen, na de val van Antwerpen uit naar het buitenland, want op 24 januari 1917 werd hij in Folkstone (Engeland) ingelijfd in de eenheid 'Center 'd'Instruction Artillerie (CIA). Op 1 maart 1917 werd hij geplaatst in de 1e compagnie des Substitants de Calais. Dit was een legeronderdeel waar soldaten in afwachting van plaatsing bij een ander onderdeel werden ondergebracht. In april 1917 werd Arnold ingedeeld bij de G.P.A.R. (Grand Parc Automobile de Réserve) in de S.A./A.G.(Gezondheidsdienst - Service de Santé du troupes Auxiliares de Genie) van het C.T./A.G. (Korps Geniehulptroepen - Corps des troupes auxiliares de genie). Zeker, in het Belgische leger hield men van afkortingen (amai, se...). Daar diende hij aan het front tot aan de wapenstilstand. Voor zijn bijdrage aan de oorlogsinspanningen verdiende Arnold 2 'chevrons', een militair rangonderscheidingsteken voor het uitoefenen van voortreffelijke of langdurige dienst [1].
Nog onduidelijk is de levenswandel van Arnold tussen de twee wereldoorlogen. Wel weten we dat hij op 15 mei 1924 in Retie trouwde met Margeurite van Elst (geboren 11-11-1901, Retie) [7]. Op een gegeven moment, waarschijnlijk gedurende de Tweede Wereldoorlog, is hij toegetreden tot de Belgische Inlichtingendienst, want zijn dossier vermeld hem als Adjudant IAA (Inlichtingen en Actie Agent) [1], voor dienst Luc-Marc. Deze inlichtendienst wierf vooral onder ambtenaren, oud militairen en oud-scouts [5]. Luc-Marc was één van de 127 Inlichtingen en Actiediensten (IAD's) die vanuit de Belgische Staatsveiligheidsdienst, in ballingschap in Londen, werden georganisereerd [6]. De IAD's hadden gezamelijk 18.716 agenten in dienst. Dienst Luc-Marc was één van de grootste IAD's, actief op het gebied van politieke, militaire en economische spionage [6]. Daarnaast was de dienst (beperkt) actief op het gebied van sabotage en het onderhouden van vluchtlijnen [6].   
In 1948 verschijnt er een voorstel om Arnold (helaas posthuum) meer militaire onderscheidingen toe te kennen. In het voorstel (het zal een standaard tekst zijn...) is te lezen dat Arnold 'met vurige moed en zonder aarzeling zijn diensten leverde voor de bevrijding, tot volle tevredenheid van de leiding. Hij was een mooi voorbeeld van toewijding en patriotisme'. Mogelijk heeft dit betrekking op activiteiten in de Tweede Wereldoorlog, maar daar is (nog) geen documentatie over beschikbaar.


Voorstel voor toekenning van onderscheidingen [1]

Arnold heeft in ieder geval aardig wat titels en onderscheidingen bij elkaar weten te schrapen. Hij was Ridder in de Leopoldsorde, kreeg ket Oorlogskruis met Palm, de medaille van de Strijder-Vrijwilliger, de medaille der Overwinning, de Herinneringsmedaille van den oorlog 14-18 en het Herdenkingskruis van Z.M. Albert I [3]. Het bidprentje van Arnold laat zien dat hij onverwacht op 3 oktober 1945 in de St. Jozefskliniek in Turnhout is overleden [3]. Zijn weduwe, Marguerite van Elst, overleed ruim 30 jaar later, op 20 april 1976 [4].


Arnold Isidoor Juliaan van Gansewinkel [3]


Bronnen:


  1. Dossier Arnoldus Isidorus Julianus van Gansewinkel, stamboeknummer 1592, dossiernummer 6030097; Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis, Documentatiecentrum,Jubelpark 3, 1000 Brussel
  2. http://www.be14-18.be/nl/defensie/antwerpen, bezocht op 22 oktober 2017
  3. Bidprentje Arnold Juliaan Isidoor van Gansewinkel. http://zevenneten.be/php/bidprenten
  4. Bidprentje Marguerite van Elst. http://zevenneten.be/php/bidprenten
  5. Dumoulin M, Gerard E, van den Wijngaert M, Dujardin V. Nieuwe Geschiedenis van Belgie II: 1905-1950. Lannoo 2006
  6. Persoonlijke communicatie R. Libert, Voorzitter Koninklijke Unie Inlichtingen en Actiediensten.
  7. https://gw.geneanet.org/mirrith2007

vrijdag 20 oktober 2017

De dienst...

We hadden al eerder geconstateerd dat er reden genoeg is om aan te nemen dat Charles Laurent, geboortig van Rethy een échte van Gansewinkel is, en géén bastaard. 
Het militaire dossier van Charles, te vinden in het documentatiecentrum van het Belgische Leger in Brussel, geeft ons wat meer informatie over zijn levenswandel. Zo is te lezen dat Charles gehuwd was en in 1910 een kind geboren zag worden [1]. 
Charles -of Karel-, arriveerde op 1 augustus 1914 als loteling of dienstplichtige bij het 2e bataljon de siège, en diende daar tot 12 augustus als wachtmeester artillerie der Vesting Antwerpen. De Duiste troepen vielen op 4 augustus Belgie binnen en rukten via Luik en Namen op naar de Vesting Antwerpen. Antwerpen werd op 10 oktober door de Duitsers veroverd. Op 13 augustus werd Charles geinterneerd in Nederland (zeer waarschijnlijk was hij daar samen met duizenden andere Belgische militairen en burgers heengevlucht om aan krijgsgevangenschap te ontkomen). Na ruim 4 jaar werd hij op 4 december 1918 gerepatrieerd. 

Charles werd op 1 mei 1919 gedemobiliseert. Op 7 mei van datzelfde jaar richtte hij een schrijven aan een Minister [2]. 

"Ik, ondergetekende Van Gansewinkel Laurent, neem de eerbiedige vrijheid Ued [Uwe edelachtbare] het volgende te vragen. Heer minister. Zoals u bekend is, was ik militaire, wachtmeester artillerie der vesting Antwerpen. Bij den val van Antwerpen ben ik geinterneerd in Holland. Tijdens mijn interneering heb ik deel uitgemaakt van den Belgischen Inlichtingendienst, met nog andere mijner collega's, alwaar wij vele nuttige diensten aan het vaderland bewezen hebben, zulks zonder vergoeding om op die wijze onze vaderlandsliefde te toonen en te helpen bijdragen tot het wellukken der overwinning. 
Geachte Heer Minister zoudt u niet denken dat wij in de gelegenheid zouden kunnen gesteld worden om eene militaire décoratie te bekomen. Ik hoop wel van ja.
Geachte Heer Minister een tweede vraag. Daar wij niet in de gelegenheid geweest zijn om frontstrepen te kunnen verdienen zouden wij ook niet, een ander bijzonder teeken kunnen bekomen, om op de mouw van de vest of kapokjas te kunnen dragen daar wij tog als geinterneerd in een vreemd land veel hebben bijgedragen voor ons geliefde vaderland.
Ik hoop wel Geachte Heer Minister, indien het mogelijk is, dat U ons een klein weinig zult willen helpen tot het bekomen van mijne vraag.
Heer Minister, indien U andere inlichtingen noodig hebt (bijvoorbeeld) de namen mijner collega's, alsook de nodige inlichtingen van den Chef van den inlichtingendienst om voorgesteld te worden voor een militaire décoratie en een bijzonder teeken op de mouw van vest of kapokjas, wil dan a.u.b. zo goed zijn van de noodige inlichtingen te laten weten. 
Hooggeachte Heer Minister. Daar ik reeds lange jaren door u gekend ben, en u weet wie ik ben, zoo durf ik hoopen, dat U wel zoo goed zoud willen zijn ons te helpen.
Heer Minister ik hoop op uwe welwillend medewerking en daar ik Uw goed hart ken, zoo ben ik bijna verzekerd dat U ons zult helpen. Hopende een gunstig antwoord te mogen ontvangen, zoo biedt ik U mijnen eerbiedigen dank. Uw onderdanige dienaar,

Van Gansewinkel Laurent
Politieagent
Pyckestraat 49
Antwerpen"

De smeekbede had geen succes, in mei 1921 kreeg Charles Laurent te horen dat hem geen frontstrepen ten deel zouden vallen. Wel ontving hij van de Vlaamsche Oudstrijdersbond Antwerpen 300 franc.


Bronnen:

  1. Formulier Oudstrijdersbond, dossier Charles Laurent van Gansewinkel, stamboeknummer 1441, dossiernummer 6163156, Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis, Documentatiecentrum, Jubelpark 3, 1000 Brussel
  2. Dossier Charles Laurent van Gansewinkel, stamboeknummer 1441, dossiernummer 6163156, Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgs-geschiedenis, Documentatiecentrum, Jubelpark 3, 1000 Brussel