Nog een delinquent in ons midden. Op 17 januari 1854 berichtte de Nieuwe Rotterdamsche Courant over 'expediteur' van Ganzewinkel, die, hoewel naar Parijs gevlucht, aan Pruissen zou worden uitgeleverd vanwege de smokkel van ruwe zijde. De schade aan de staatskas bedroeg minstens 100000 daalders. Nu was de daalder in 1854 helemaal geen munt meer, maar wel nog een rekeneenheid. Een daalder was 1,5 gulden, dus we hebben het over anderhalve ton in guldens. Dat was in de tweede helft van de 19e eeuw een gigantisch vermogen, vergelijkbaar met anderhalf miljoen euro nu.....van Ganzewinkels winkelen wat af, zullen we maar zeggen....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten